Kenners van de glasvezelsector waren niet verrast door het nieuws dat KPN heeft onderzocht hoe het de concurrentie bij de aanleg van glasvezel kan aangaan, zoals deze krant meldde (KPN frustreerde aanleg glasvezel door concurrenten). Overal in Nederland worden de laatste twee jaar rap nieuwe glasvezelnetwerken aangelegd, vaak in gebieden waar andere netwerken geen snel internet toelaten. Maar niemand is gebaat bij keiharde concurrentie bij de aanleg van deze netwerken.
Glasvezelnetwerken vormen inmiddels de basis voor al onze digitale communicatie. Uiteindelijk belandt vrijwel alle data uiteindelijk in een glasvezelkabel – ook als deze heen en weer gestuurd wordt tussen smartphones, want het draadloze signaal gaat uiteindelijk bij een zendmast de grond in of uit. Nieuwe technologieën, zoals 5G, zijn sterk afhankelijk van glasvezel. Steeds meer huishoudens willen sneller internet, voor Netflix, om thuis te werken en in de nabije toekomst voor zorg op afstand. En zo zijn er meer voorbeelden met maatschappelijk belang te bedenken waarvoor glasvezel onmisbaar is.
Nog maar enkele jaren geleden werd er nauwelijks geïnvesteerd in nieuwe glasvezelnetwerken in Nederland. De afgelopen paar jaar wordt gelukkig weer volop aangelegd. Maar die aanleg is kapitaalintensief. Het kan in veel gevallen, zeker in dunner bevolkte gebieden, niet uit om twee op consumenten en bedrijven gerichte glasvezelnetwerken naast elkaar te exploiteren. Verglazing van dunbevolkte gebieden is alleen rendabel als ook nabijgelegen dichter bevolkte gebieden (kernen) door dezelfde partij worden verglaasd. Als zich in zo’n geval een concurrent meldt om alleen de kern te verglazen, ondermijnt dat het verdienmodel van de partij die alle huishoudens van glasvezel wil voorzien. Deze trekt zich dan terug. Als concurrentie op netwerkniveau wordt doorgezet, is het niet ondenkbaar dat de aanleg van glasvezel in Nederland weer scherp stagneert.
Gezien de ambities van het kabinet op het gebied van digitalisering, kunstmatige intelligentie en connectiviteit is er echter geen tijd te verliezen. Door de huidige situatie lopen veel projecten voor de aanleg van glasvezel vertraging op of worden afgeblazen. Logischer is het om de samenwerking op te zoeken, zoals overigens ook KPN in een aantal regio’s doet. Het is namelijk niet noodzakelijk om eigenaar van een netwerk te zijn om er geld mee te verdienen. Op basis van het concept van ‘open netwerken’ kunnen verschillende dienstenaanbieders, bijvoorbeeld voor televisie, internet en telefonie, gebruik maken van hetzelfde netwerk. Concurrentie vindt dan plaats op het dienstenaanbod, de voorwaarden, prijs etc., maar niet op de beschikbaarheid van de verbinding. Die basis – de glasvezelaansluiting – moet gewoon binnen afzienbare tijd voor iedere Nederlandse consument en ieder bedrijf zonder gedoe beschikbaar komen. Sectororganisaties kunnen daarbij een verbindende, faciliterende rol spelen.
We kunnen het ons als samenleving niet permitteren dat de private belangen van marktpartijen het maatschappelijk belang van goede, toekomstbestendige snelle verbindingen in de weg zit. Maar daar is de welwillendheid van alle actieve partijen in de sector voor nodig. Niemand zal het in dank afnemen als consumenten en bedrijven door kortzichtigheid van glasvezelverbindingen verstoken blijven. Het is dan ook tijd om oude denkkaders te doorbreken en de samenwerking op te zoeken.
Een bekorte versie van deze opinie van Andrew van der Haar verscheen op 24 februari 2020 in dagblad Trouw.