Op 15 december 2020 organiseerde de FCA een online minicollege over het onderwerp fiber densification met gastspreker Sam Leeman, hoofd Product Management bij Sterlie. Daarnaast deelden Piet Den Ouden, Regional Manager Benelux & Nordics bij Sterlite, en Maarten Verbunt, Managing Director van Maunt, ook hun kennis en praktijkervaring over dit onderwerp.
Na een korte introductie door Andrew van der Haar, Managing Director van de FCA, startte de presentatie van Sam Leeman van Sterlite. Hij begon met een korte impressie van het huidige glasvezellandschap in Nederland. Ongeveer 30 procent van de Nederlanders woont in een gebied waar een aansluiting op glasvezel mogelijk is. Veertig procent van deze groep kan een aansluiting van meer dan 100 Mbit/sec afnemen, terwijl voor 87% een aansluiting met een snelheid van meer dan 30 Mbit/sec tot de mogelijkheden behoort. De uitrol van FTTH zal verder toenemen en meer huishoudens krijgen straks toegang tot glasvezel.
Vier uitdagingen
Nederland heeft een goede mobiele dekking. Meer dan 80 procent van de Nederlandse regio’s heeft toegang tot 4G met een snelheid van meer dan 20 Mbit/sec. Door de uitrol van 5G zijn straks aanzienlijk meer zendmasten (cells) nodig. Om gebruikers goed te bedienen, is om de 500 meter een cell nodig. Naar verwachting zal in 2025 zo’n 20 procent van de mobiele verbindingen via 5G verlopen. Toepassingen op het gebied van IoT (Internet of Things) nemen toe en in 2025 zullen 21,5 miljard IoT-devices via het internet data met elkaar delen.
Deze drie ontwikkelingen ontwikkelingen (FTTH, 5G en IoT) betekenen dat er meer behoefte ontstaat aan een high speed & low latency network op basis van glasvezel. Voor de glasvezelsector betekent dit een viertal uitdagingen: Attenuation (Signal Decay), Bend Sensitivity (Signal Leakage), Compatibility (Legacy and Future Technology) en Duct Space (Optimize Limited Space).
In een glasvezelverbinding kan signaalverlies optreden. De oorzaken daarvan zijn absorptie, reflecties en kleine onnauwkeurigheden in de vezel. Dit zorgt voor een lagere output power. Door het buigen van een glasvezel, ontsnapt een deel van lichtvermogen aan de vezel en daardoor gaat een deel van het vermogen verloren.
Multicore vezels
Tijdens de vragenronde vertelde Maarten Verbunt van Maunt dat operators, netwerkeigenaren, en soms ook aannemers, een extra glasvezelkabel in een bestaande buis willen plaatsen. Ze willen dan bijvoorbeeld in een holle kunststofbuis (duct) met een diameter van 10 mm een glasvezel met 192 of 288 vezels plaatsen. Meer vezels in een bestaande duct blazen heet ook wel overblow, waarbij de frictie tussen de twee kabels niet te groot mag worden. Piet Den Ouden van Sterlite gaf aan dat verschillende klanten soms dezelfde buis delen bij aanleggen van extra glasvezel. Door het verhogen van de snelheden van de verschillende kanalen ontstaat meer capaciteit. In de toekomst ziet hij mogelijkheden voor multicore vezels, maar hiervoor is wel geavanceerde apparatuur aan de ontvangst- en zendkant benodigd.
Goedkopere optics
Datacenters beschikken soms over een identiek datacenter op enkele kilometers afstand, en fungeren als elkaars back-up. Voor een verbinding tussen deze datacenters is WDM te duur. Deze datacenters kiezen nu vaak voor goedkopere optics met meer vezels voor een onderlinge verbinding. Dit is nu vooral een Amerikaanse ontwikkeling, maar ook in Europa zien we deze manier van verbinden steeds meer.
Tijdens de vragenronde werd ook ook nog een opmerking gemaakt over een lasmethode om 12 vezels in een keer te lassen. Dat scheelt enorm veel tijd, zeker als het bijvoorbeeld gaat om het lassen van een kabel die bestaat uit 700 vezels. Sam Leeman van Sterlite gaf aan dat operators in het Verenigd Koninkrijk enkele studies over dit onderwerp hebben gedaan. Uit deze onderzoeken blijkt dat door twaalf vezels tegelijk te lassen een tijdswinst tussen de 3 en 45 minuten te realiseren is.
Na het afloop van het minicollege bedankte Andrew de sprekers en de deelnemers voor hun bijdragen en wenste hij iedereen fijne feestdagen!
FCA stelt het integrale minicollege beschikbaar op YouTube, zodat je het op je gemak kunt terugkijken: