Begin mei nam de Tweede Kamer wetgeving aan om de overname van telecombedrijven waarbij sprake is van een bedreiging van het publieke belang te blokkeren. De Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie werd unaniem aangenomen. De Eerste Kamer moet zich er nog over buigen.
In feite is de wet een wijziging van de Telecommunicatiewet. Aanleiding van deze wijziging is onder meer de poging die het Mexicaanse América Móvil in 2013 deed om KPN over te nemen. Hierdoor werd de vraag wat het publieke belang van private telecomproviders is ineens urgent. Uiteindelijk luidde de conclusie dat er wettelijke instrumenten moesten komen om het publieke belang te beschermen.
Doel en criteria
Doel van deze nieuwe mogelijkheid is om te voorkomen dat een buitenlands bedrijf een dusdanige zeggenschap krijgt in telecommunicatie-infrastructuren dat zij daarmee de Nederlandse overheid onder druk kunnen zetten, bijvoorbeeld door te dreigen deze infrastructuur uit te schalen. Ook de vertrouwelijkheid van communicatie is een overweging die ten grondslag ligt aan deze wijziging. Tot slot wegen ook geopolitieke ontwikkelingen mee: het is niet ondenkbaar dat een statelijke actor zich inkoopt in telecombedrijven om er vervolgens politiek mee te bedrijven.
Partijen die overwegende zeggenschap verwerven in een telecommunicatiebedrijf kunnen met de nieuwe wetgeving te maken krijgen. Wat overwegende zeggenschap is, kan verschillen. In de kern draait het om een dusdanige invloed in een telecombedrijf dat dit ertoe kan leiden dat deze partij uiteindelijk de controle krijgt over het bedrijf. Dit kan als een partij een bepaald percentage van de aandelen in bezit heeft of meer dan de helft van de bestuurders of commissarissen kan benoemen en ontslaan. Partijen die op het punt staan overwegende zeggenschap te verwerven in een telecommunicatiebedrijf krijgen door de nieuwe wetgeving een meldplicht.
De (voorlopige) wettekst is via deze link te lezen.